Burn-out vroeger en heden Mijn grootouders hebben vast nooit een burn-out gehad. Vroeger bestond de term gewoon niet, maar nu lijkt het wel of een groot aantal mensen getroffen wordt door een burn-out en iedereen kent wel iemand met een burn-out. Begin jaren zeventig werd de term 'burn-out' in Amerika geïntroduceerd door psycholoog Herbert J. Freudenberger. Hij begeleidde vrijwilligerswerkers in New York en merkte op dat deze mensen, nadat ze eerst vol enthousiasme en toewijding hadden gewerkt, na enkele maanden ernstige symptomen van emotionele uitputting en motivatieverlies begonnen te vertonen. Een van zijn respondenten beschreef zijn gevoel toen zelf als opgebrand. Alle mentale en fysieke energie was verdwenen, alle zin om verder te gaan weg, de arbeidsvreugde uitgeblust. Lange tijd leek het erop dat burn-out een ‘hulpverlenersziekte’ was. Uit cijfers van het CBS blijkt dat burn-out in Nederland voorkomt in alle beroepsgroepen. Volgens het CBS heeft gemiddeld 1 op de 8, oftewel 12,5% van de beroepsbevolking burn-outklachten. Het komt het meest voor bij hoogopgeleide vrouwen en mannen. Van alle 15 tot 25 jarigen heeft 1 op de 10 te maken met burn-outklachten. Bij de 25-plussers gaat het om ruim 1 op de 7 werknemers.
Wat is een burn-out? Burn-out (of burned-out) betekent letterlijk ‘opgebrand’ of ‘uitgedoofd’ zijn. Wanneer je burn-out bent heb je geen energie meer en heb je vaak het gevoel dat je ‘op’ bent , alsof alles te veel is. In de meest gebruikte definitie van burn-out worden de volgende kenmerken genoemd:
Veranderde samenleving Burn-out kost onze samenleving heel veel geld. Door de onafhankelijke Nederlandse kennisorganisatie TNO worden de jaarlijkse kosten van de gevolgen van werkstress en burn-out geschat op ongeveer 4 miljard euro. Dus er moet in onze samenleving wel een aanleiding zijn voor het ontstaan van burn-out. In het samenspel tussen mens en maatschappij is er iets veranderd zodat deze relatief 'jonge' ziekte is kunnen ontstaan. Met name op het vlak van werkbelasting is er heel wat gewijzigd.[i] Stress- en burn-outexpert Nell van de Ligt (2012) ziet 3 belangrijke veranderingen in de laatste 40 jaar, waardoor burn-out kon ontstaan: 1. In korte tijd een verschuiving van handen- naar hoofdarbeid Er heeft, in relatief korte tijd, een verschuiving plaatsgevonden van handenarbeid naar hoofdarbeid. In deze tijd werken we veel meer met ons hoofd dan met onze handen. Door de vooruitgang van de technologie en door de automatisering van uitvoerende taken, zijn we meer gaan besturen dan uitvoeren. Het gebruik van de computer versterkt dit nog eens. De wereld is veranderd. Het probleem is dat wij mensen niet zijn veranderd. Onze technologieën en werkwijzen mogen dan modern zijn, onze werkhoudingen en succes strategieën stammen nog uit de tijd van de industriële revolutie. Die zijn niet veranderd, ondanks het overvloedige bewijs dat ze niet meer werken. Wat we ook proberen, de overbelasting blijft, op de werkvloer en thuis, en lijkt alleen maar toe te nemen. In plaats van onder ogen te zien dat de huidige aanpak ons niet helpt om ons minder overbelast te voelen, doen we, met onze smartphone altijd paraat, nog harder ons best. We putten onszelf uit zonder dat er ooit een eind aan de drukte komt. Drukte is het jachtige, altijd gespannen bezig zijn met meerdere dingen tegelijk waardoor we ons laten voortdrijven en overbelast raken. Met de drukte bedoel ik het altijd ‘aan’ staan, het voortdurend op de telefoon kijken en het van bezigheid naar bezigheid hollen. Drukte is te veel ballen tegelijk in de lucht houden, is een overvolle agenda, is het dagelijks gejaag. Het is dwang, concentratieverlies en uitputting. Druk zijn is een vermijding Druk zijn is een merk Druk zijn is een verslaving Druk zijn is wat alle anderen zijn[ii] 2. Belasting van het werk enorm gestegen De mentale, sociale en emotionele belastbaarheid van het werk is enorm toegenomen. Werk is intensiever geworden en de druk is toegenomen. Er wordt een groter beroep gedaan op jou als persoon. We moeten veel meer samenwerken, overleggen, vergaderen, plannen en conflicten oplossen ... en ga zo maar door. Bovendien ben je vrijwel ieder moment van de dag beschikbaar met je mobiele telefoon. We moeten te veel doen in deze tijd, krijgen te veel informatie en staan onder grote druk. Met de hoeveelheid nieuws die er vandaag op je afkomt zou je 174 kranten kunnen vullen (vijf keer zoveel als in 1986). In de tijd die je nodig hebt om een pagina in een boek te lezen , zijn er wereldwijd driehonderd miljoen e-mails verstuurd. De hoeveelheid videomateriaal die in de afgelopen minuut op YouTube zijn geplaatst, beslaat een speelduur van in totaal drie dagen. In de afgelopen tien seconden hebben honderd mensen voor het eerst de mogelijkheden van internet en e-mail ontdekt, samen met bijna drie miljard anderen, dragen zij nu ook bij aan de informatievervuiling. We leven in een tijdperk waarin computervermogen en internetsnelheid exponentieel toenemen, net als de hoeveelheid informatie en vermaak. We leven in een wereld waarin we voortdurend blootstaan aan een bombardement van ‘ziedende ruis’ van grenzeloze informatie, communicatie en keuzes. Deze overdaad prikkelt en verveelt ons, verrijkt en verschraalt ons leven, en verbindt ons in onze toenemende afzondering. Waar kenniswerkers zich twintig jaar geleden laafden aan een bron van kennis, drinken ze nu uit een openstaande brandslang. Hoe beter de productiemiddelen, hoe meer we produceren. Hoe toegankelijker de communicatiemiddelen, hoe meer we communiceren. Zo leverde een gemiddelde werknemer in 1986 per dag een hoeveelheid woorden af waar je tweeënhalve krantenpagina mee kunt vullen. In 2011 was dit opgelopen tot naar schatting zes complete kranten. Dat is een twee honderdvoudige vermeerdering van productie. Elke actie die we ondernemen, elke mail die we versturen, is van invloed op iemand anders. Dus hoe meer wij doen, hoe meer werk wij voor anderen creëren. Deze anderen doen op hun beurt meer, wat betekent dat wij allemaal nog meer en meer moeten doen. Het ‘te veel’ worden zal niet minder worden, maar alleen maar toenemen. Dat is onvermijdelijk. Jaar na jaar neemt de hoeveelheid elektronische communicatie die je ontvangt toe, word je blootgesteld aan meer informatie en wordt er van je verwacht dat je nog beter op de hoogte bent. Volgend jaar ontvang je nog meer e-mails. Niemand zal de technologische klok dertig jaar terug zetten en werkgevers zullen niet ineens zeggen: ‘Doe maar rustig aan! Werk maar wat minder hard.[iii] 3. Ook na het werk volle inzet Onze thuissituatie is serieus veranderd. Er wordt na een dag werken thuis ook nog een hoge mate van inzet verwacht. Vroeger waren er rolpatronen. Moeder de vrouw deed het huishouden en vader kwam thuis tot rust na een vermoeiende dag werken. Nu zijn er thuis – zowel voor de man als de vrouw – minder rust- en ontspanningsmomenten. Er liggen naast je werk nog heel wat zorgtaken en huishoudelijke klussen op beide partners te wachten. Ook zijn de afgelopen 50 jaar ons voedingspatroon, leefstijl en omstandigheden erg veranderd. Toen hadden mensen bijna geen stress, het leven was rustiger, de familiebanden waren sterker, mensen gingen vroeger naar bed, er was veel minder verkeer en men werd niet blootgesteld aan allerlei hoge eisen. Vrouwen bleven vroeger vaak thuis om voor de kinderen te zorgen en er was geen druk wat betreft een extra inkomen. Mensen hadden meer geduld en de druk om alles zo snel mogelijk gedaan te krijgen bestond amper. Tegenwoordig stellen ouders veel eisen aan zichzelf. Als je jonge kinderen hebt vergen ze veel tijd en aandacht. Als je dan ook nog een drukke baan hebt waarin je te maken hebt met hoge eisen en je langzaam maar zeker een slaaptekort opbouwt en ook nog eens veel sociale gelegenheden bijwoont, dan brandt je lichaam langzaam op. Een bijkomende factor is het feit dat de gemiddelde Nederlander te weinig voedingsstoffen binnen krijgt. Op alle fronten wordt er dus teveel van je lichaam gevraagd en daardoor kom je tot stilstand. De slaapachterstand die veel mensen al vanaf hun jeugd hebben is op zich al voldoende reden om veel gezondheidsklachten te krijgen, waaronder een burn-out. 80 procent van de Nederlanders gaat te laat naar bed. Ons immuunsysteem functioneert 30% minder goed dan 20 jaar geleden. Dit komt door de verandering in ons dieet, onze leefstijl en door allerlei omgevingsfactoren. Judith Helderman - Specialist in vitaal leven en werken - Helderman Vitaliteit & Coaching Als specialist in vitaal leven en werken begeleid en coach ik mensen, in gerichte vraagstukken rondom (mentale) gezondheid, duurzaam inzetbaarheid en vitaliteit. Voor zowel het bedrijfsleven als particulieren. Ik heb een integrale visie op de balans tussen lichamelijk, geestelijke en maatschappelijk welbevinden. Ik geef trainingen en persoonlijke begeleiding om onder andere het ziekteverzuim terug te dringen en de werktevredenheid te vergroten. Mensen gaan zich vitaler voelen door inzicht te krijgen in hun leefstijl en structurele veranderingen aan te brengen in hun eigen gedrag. Als stresscounselor bezit ik de vaardigheden en verschillende tools om mensen met stressklachten weer in balans te krijgen. [i] Uit artikel Waarom een burn-out vroeger niet bestond en nu wel? Nell van de Ligt [ii] Uit Nooit meer te druk – Tony Crabbe (2016) p 13 - 18 [iii] Uit Nooit meer te druk – Tony Crabbe (2016) p 18 - 26
0 Comments
Leave a Reply. |
AuteurMijn passie is mensen verbinden; met hun dierbaren, hun werk, eigen passies en vooral met zichzelf. Archief
November 2019
Categorieën |